As soon as we saw the reports in the media about the exhibition about Lee Alexander McQueen named Savage Beauty in New York we agreed; this needs to be witnessed up close! Hearing soon after, the exhibition would move to the Victoria and Albert Museum in London, a date was set and the count down began. Combining two of my favourite things; London and avant garde fashion. Accompanied by glorious weather and what seemed like the rest of Europe, we headed towards South Kensington and joined the massive queue…
So after months and months of anticipation the moment was here… Walking inside we were met by an enormous lit up portrait of Alexander McQueen in an otherwise dark room. A lovely thing indeed as it reminds people who the mastermind is behind all the beautiful creations that were just beyond this room. To me it definitely felt like a memorial. The first gallery showed some of his earliest pieces one of which were the legendary Bumster trousers, a pair of low-rise trousers worn so low on the hips it creates a bum-cleavage or worse eeek, first shown in his 1993 “Taxi Driver” collection.
For years I have been fascinated by the tailors of Savile Row and you can instantly see McQueen’s background as a tailor in the carefully sculpted silhouettes of the jackets and coats in the “Savage Mind” gallery. One of my favourites being the jacket with a placed print of a Hieronymus Bosch painting. Combining art and traditional craftsmanship.
Having mastered the art of tailoring and later studying at Saint Martins School of Art, McQueen took a very hands-on approach to designing. He would often be seen cutting a meticulously sewn garment to change the shape or style much to the horror of some of his more traditional seamstresses, he would tell them “They’re only clothes”. Something I have to remind myself of often as I tend to get a bit precious about things I’ve made or put a lot of time in creating, scared they might get ruined by wearing or changing them.
Where a lot of visitors around me in the first two galleries were still discussing whether or not they would wear a certain piece or not and also where to, in the third gallery a few of them became silent as they took in the splendour of the gorgeous gowns on display.
This silence strengthened in the fourth gallery which looked like an ossuary. Here there were a lot of designs which were made of unusual materials (like taxidermy) and tribal influences.
In the “Romantic Nationalism” gallery was the feathered creation used on the promotional poster we saw everywhere in the tube stations. Such an iconic look from his 2009 show “The Horn of Plenty”. It is entirely made of duck feathers.
The fifth gallery also known as “Cabinet of Curiosities” was a bit of a sensory overload, like with the Gaultier exhibition where there was a similar room, some of the garments are just too high up to really see any of the details. Maybe it was because of the sheer amount of people visiting the V&A but it was a bit overwhelming. The pieces were in combat for attention. I would have loved to have been in there without the crowd of people and with an enormous sketch book.
The sixth gallery contained some of my favourite pieces, delicately embroidered silk gowns and coats inspired by Japanese culture and subculture. Mostly in soft pastels, one dress was clad with seashells. I feel a day at the beach coming up soon, I shall bring a large bucket as our beaches are filled with potential dresses!
Of course most of Alexander McQueen’s fashion shows were very theatrical and progressive but maybe one of his most thought provoking shows was “Voss” in 2000. (The shell dresses are actually from this collection). In the seventh gallery the set is recreated with the added effects of changing mirrored glass. The only thing missing, the moths and Michelle Olley on a chaise longue.
After a lovely art installation we arrived in the second last gallery where we got to see the ivory lace dress which was worn on the catwalk with deer antlers. We were a bit surprised at the simplicity of the dress in person. It was still a lovely dress but not quite what we had in mind up close.
In the last gallery was a selection of dresses from the collection “Plato’s Atlantis”, a personal favourite of both Annicke and I, with those armadillo shoes which stand more than 30 centimeters tall. To most people they look impossible to walk in, but I know for certain we would give them a good go! The dresses were all made from mirrored printed fabrics, sculpted as if they were beetle wings. The inspiration behind this collection was of a future world where the icecaps had melted and people had devolved into underwater creatures. It had a very futuristic sculpted feel to it yet the dresses had a delicate and sheer quality, magical.
To be honest the exhibition really moved me, it had something otherworldly but also a very tragic atmosphere. To think that by the end of his life Alexander McQueen was turning out ten collections a year for various brands and dealing with loss in his personal life, the pressure and expectations much have been immense. All in all this exhibition felt like a great ode to him and his creativity which I don’t think has been equalled yet. They might only be clothes but to me it was art of the highest degree, when I see garments like that I see the work that has gone in them, it evokes feelings of awe. Now quickly move this exhibition to The Netherlands so we can go see it again… and again…
Written by Marloes
All images courtesy of the Victoria and Albert Museum, London
Direct na het zien van een media aankondiging van de tentoonstelling Savage Beauty, over Lee Alexander McQueen, in New York waren we het eens; dit moeten we van dichtbij zien! Toen we kort daarna hoorden dat de tentoonstelling ook naar het Victoria and Albert Museum in Londen zou komen hebben we een datum geprikt en begonnen we met aftellen. Een combinatie van twee van mijn meest favoriete dingen; Londen en avant garde couture. Samen met prachtig weer en wat leek op de rest van Europa, reisden we af naar South Kensington en sloten aan in de énorme rij….
Na maanden er naar uit te hebben gekeken was het moment daar… Binnen werden we verrast door een groot oplichtend portret van Alexander McQueen in een verder donkere kamer. Heel mooi gedaan, om mensen er even aan te herinneren wie de master mind was achter al het moois dat deze tentoonstelling beloofde. Voor mij voelde het een beetje als een gedenkteken aan. In de eerste zaal stonden enkele van zijn vroegere ontwerpen waaronder uiteraard de legendarische “Bumster” broek, een zeer laag gesneden broek. Je draagt hem net onder de heupen waardoor er een aan de achterkant een soort van decolleté ontstaat, dat en soms erger. Deze broek ging in première tijdens zijn modeshow “Taxi Driver” in 1993.
In de jaren dat ik in Londen woonde heb ik een fascinatie ontwikkeld voor het kleermakersvak en dan met name de kleermakers van Savile Row en je kunt direct zien dat McQueen daar zijn carrière is begonnen. De silhouetten van de jasjes zijn met zo veel zorg en aandacht ontworpen ze lijken wel gebeeldhouwd. Een van mijn favorieten stond ook in deze “Savage Mind” zaal namelijk een jasje met een geplaatste print van een Hieronymus Bosch schilderij. Zo mixte hij kunst met traditioneel vakmanschap.
Nadat hij het vak van kleermaker geleerd had en vervolgens studeerde aan het beroemde Saint Martins School of Art zorgde McQueen voor een echte hands-on manier van ontwerpen. Vaak zorgde hij voor tumult door prachtige handgemaakte kledingstukken te veranderen van snit door er even flink de schaar in te zetten, dit onder de geschokte blikken van zijn veelal traditioneel geschoolde coupeuses bij onder andere Givenchy. Wanneer hij de afschuw in hun ogen zag zei hij “They’re only clothes!” “Het is maar kleding!”. Dit is iets wat ik mijzelf ook geregeld moet zeggen daar ik soms wat te voorzichtig ben met hetgeen wat ik maak, het bijna zonde vind om iets te dragen of laten dragen laat staan het te vermaken.
Waar vele bezoekers in de eerste twee zalen nog onderling discussieerden of ze een tentoongesteld kledingstuk wel of niet zouden dragen en zo ja naar welke gelegenheid, werden de meeste van hen in de derde zaal al een stuk stiller terwijl ze alle prachtige couture jurken aanschouwden.
Deze stilte werd krachtiger toen we de vierde zaal inliepen welke als ossuarium was ingericht. Hier stonden veel ontwerpen met tribal-achtige invloeden en ongebruikelijke materialen zoals taxidermie.
In de “Romantic Nationalism” zaal stond onder andere de gevederde creatie die tevens op de poster staat die we over heel Londen tegenkwamen in de metro. Zo’n iconisch kledingstuk dat werd geshowd tijdens zijn “The Horn of Plenty” show in 2009. Het is volledig bekleed met eendenveren.
De vijfde zaal genaamd “Cabinet of Curiosities” was eigenlijk te veel om allemaal in te nemen, net zoals bij de tentoonstelling van J.P. Gaultier was deze zaal ingericht met op verschillende hoogtes tentoongestelde kledingstukken en accessoires. Jammer genoeg stonden sommige van de mooiste kledingstukken veel te hoog om de details goed te kunnen zien. Misschien had het ook te maken met de enorme hoeveelheid mensen die er die dag waren in het V&A Museum, maar het was een wirwar van spullen en creaties die om aandacht schreeuwden. Wat zou ik graag even in die zaal hebben vertoefd zonder die menigte, met een gigantisch schetsboek!
In de zesde zaal stonden meer van de ontwerpen die ik het mooist vind, delicaat geborduurde zijden japonnen en mantels geïnspireerd door Japanse cultuur en subcultuur. De meeste in zachte pastelkleuren, en een prachtige japon die volledig versierd was met schelpen. Ik voel een dagje strand aankomen, dan neem ik grote emmer mee want onze stranden liggen doorgaans vol met potentiële jurken!
Natuurlijk waren de meeste modeshows van Alexander McQueen erg theatraal en progressief met een van zijn meest controversiële hoogtepunten de show “Voss” in 2000. (De jurken met schelpen zijn ook uit deze collectie). In de zevende zaal was een set nagebootst zoals van deze modeshow, met glazen ramen die door een spel van licht veranderden in spiegels. Het enige wat ontbrak waren de motten en Michelle Olley op een chaise longue.
Na een prachtige kunstprojectie arriveerden we in de een na laatste zaal stond de ivoorkleurige kanten jurk die op de catwalk gedragen werd met een groot hertengewei. We waren een beetje verbaasd over de simpele uitstraling van deze jurk in het echt. Nog steeds een prachtige jurk maar van zo dichtbij niet helemaal wat we ervan hadden verwacht.
In de laatste zaal stond een selectie aan jurken uit de collectie “Plato’s Atlantis”, een persoonlijke favoriet van zowel Annicke als ik, met die geweldige armadillo schoenen die meer dan 30 centimeter hoog zijn. Voor de meeste mensen zien ze eruit alsof je er nog niet fatsoenlijk een stap op kan zetten, maar ik weet zeker dat wanneer we de kans krijgen we het we ze toch mooi zouden uitproberen! De jurken waren gemaakt van een voile met gespiegelde prints, gevouwen als de vleugels van exotische kevers. McQueen liet zich inspireren door een fictieve toekomstige wereld waarvan de poolkappen zijn gesmolten en er een devolutie onder de mensheid heeft plaatsgevonden waardoor zij veranderd zijn in onderwaterwezens. De kledingstukken hebben een futuristische uitstraling maar tegelijkertijd ook iets heel kwetsbaars, een transparante kwaliteit, magisch.
Eerlijk gezegd was ik best geraakt door deze tentoonstelling, het had iets bovenaards maar ook iets tragisch. Als je je bedenkt dat tegen het einde van zijn leven Alexander McQueen wel tien collecties per jaar ontwierp en produceerde voor verschillende lijnen gecombineerd met het verlies in zijn persoonlijke leven, de druk om te presteren en de hoge verwachtingen die iedereen van hem had moeten immens geweest zijn. Alles bij elkaar was deze tentoonstelling een prachtige ode aan hem en zijn creativiteit die ongeëvenaard is gebleven (tot nu toe). Het zijn wellicht maar kleren maar voor mij voelde het als kunst van de allerhoogste graad, wanneer ik kledingstukken zoals deze aanschouw zie ik het werk wat erin is gestoken, het ontroert me. Nu duimen dat de tentoonstelling snel naar Nederland toekomt zodat we er nog een keer naar toe kunnen… en nog een keer…
Geschreven door Marloes